Navigatie

vrijdag 23 december 2011

Kerstfeest en besparen

Het is weer kerstfeest, miljoenen lichtjes branden, warm in huis, een top maand voor de energie bedrijven. Nu de winter nog dan worden alle records weer gebroken als het gaat om energieverbruik, kerstinkopen en supermarktverkoop. Het hele jaar denken we er over om minder te gebruiken, maar nu even niet! Ook zelf ben ik een van u. Crisis noemen we dat, maar het is natuurlijk onzin als je deze cijfers hoort.

Dit is geen oproep voor een sobere kerst, maar wel om bewust te worden van wat er gaande is. Met zijn allen roepen we te pas en te onpas dat het crisis is, ja bij sommigen van ons.

Natuurlijk gaat het hier en daar minder en ja we moeten meer moeite doen voor hetzelfde resultaat, maar is dat erg? Wellicht een idee om volgend jaar het hele jaar bewuster te gaan ondernemen en leven. Bijvoorbeeld duurzaam rijden, anders verwarmen, anders verlichten, meer produceren met minder energie! Om deze nieuwjaarswensen om te zetten in concrete daden staan we u graag weer bij vanaf 2 januari à.s. Voor nu goede feestdagen.

Douwe Faber

Pioniers vergisting onmisbaar naar duurzame innovaties

Reactie op opiniestuk Leeuwarder Courant: "Gooi alleen mest in de vergister"
(Zie onder deze reactie het originele opiniestuk)


Terecht geeft dhr. Van der Meulen aan dat tien jaar geleden dat mestvergisting nog de meest belovende tweede tak leek te worden voor de Nederlandse veehouderij. Door diverse oorzaken is in de praktijk gebleken dat het rendement te wensen overlaat. (zie ook benchmark vergisting 2010 door Rabobank: “rendement door markt in verdrukking!”). Wanneer deze pioniers onvoldoende worden ondersteund, dreigt (co)-vergisting een eenzame dood testerven, wordt opgedane kennis ervaring (wederom) weggegooid en wordt de stap naar het volgende innovatieniveau te groot. Het volgende innovatieniveau is niet alleen nodig om milieudoelstellingen te behalen het is ook nodig om uiteindelijk tot een nieuwe groene economie te komen. Een groene economie, waar niet constant subsidies in gepompt wordt en juist in krimpgebieden zorgt voor duurzaamheid en werkgelegenheid.
De pioniers hebben ervoor gezorgd dat de kinderziektes uit de systemen zijn, dat processen stabiel kunnen draaien, dat er veel kennis is opgedaan en gedeeld, etc., etc.. dit alles heeft meer leergeld gekost dan was voorzien. Wanneer deze ondernemers aan hun lot worden overgelaten verdwijnt een innovatiestap die onmisbaar is om tot het volgende innovatieniveau te komen.
In de afgelopen 10 jaar is volop gewerkt aan innovaties aan de “voor- en achterkant” van de vergistinginstallatie. Er is nog voldoende organisch restmateriaal die door beperkte regelgeving niet gebruikt mag worden. Voorhydrolyse en toevoegen enzymen aan het proces zijn slechts 2 voorbeelden om meer biogas te genereren uit hetzelfde materiaal. Akkerbouwers weten digistaat te waarderen en vragen om meer. Scheidingsmethoden zullen ervoor zorgen dat mineralen op de juiste wijze kunnen worden aangewend dat uiteindelijk leidt tot vervanging van kunstmest.
“Boer zoekt zwembad”, dhr. Van der Meulen refereerde  hier al naar, is al een vorm van de volgende innovatie, zeg maar vergisting 2.0! Overtollige warmte van elektriciteitsproductie benutten, in dit geval voor verwarming van een zwembad levert een win-win situatie op voor boer en gemeente. (opm: dit zou verplicht moeten worden gesteld bij alle elektriciteit producerende installaties waar warmte bij vrij komt!) Groen gas maken en invoeden op het grote opslagsysteem dat aardgasnetwerk heet, levert een hogere efficiënte op indien de warmte niet benut kan worden.
De beoogde biogasleiding van Dokkum naar Leeuwarden ontsluit niet alleen de reeds operationele vergisters maar ook vele melkveebedrijven die alleen mest kunnen vergisten. Hierdoor snijdt het mes aan 2 kanten: voorkomen van emissie en productie van duurzame energie. Vergiste mest, of te wel digistaat, heeft een kunstmestachtige werking en levert daardoor voordeel op bij de boer. Wanneer de stroeve Wet&Regelgeving nu ook eens mee zou werken…….
De toekomst zal zich richten op groene economie, zeg maar vergisting 3.0. Nieuwe grondstoffen worden geteeld, bijvoorbeeld zeewier voor micronutriënten of algen voor omega 3 en 4. Het resterende organische materiaal is uitermate geschikt voor vergisting. De geproduceerde energie wordt benut voor elektriciteit, warmte en mobiliteit en mineralen worden weer gebruikt om nieuwe teelt te kweken. Fixie? Welnee, met de juiste innovaties volledig haalbaar maar niet zonder de voorafgaande innovaties!!
Gerke Draaistra
Ekwadraat

(Opiniestuk) Gooi alleen mest in de mestvergister

Boeren met een mestvergister beleven moeilijke tijden. Bij een aantal bedragen de verliezen vele tienduizenden euro’s. De stelling van vandaag: alleen vergisters zonder bijproducten hebben toekomst.
AAN DIRK VAN DER MEULEN
Als hij in de toekomst had kunnen kijken, had boer Symen Tamminga nooit geïnvesteerd in een mestvergistingsinstallatie. ,,Het is me stevig tegengevallen”, zegt de Leeuwarder melkveehouder. De vergister leverde hem meer werk op dan verwacht, meer storingen dan verwacht en duurdere bijproducten dan verwacht.
De vergister van Tamminga draait nog maar op halve kracht. Als zich een koper aandient voor de warmtekrachtkoppelinginstallaties (wkk), zijn ze verkocht. Alleen stroom produceren met mest van het eigen bedrijf is bij deze vergisters geen optie. Ze zijn gebouwd op een combinatie van mest en bijproducten (maïs, bietenpuntjes, afval uit de voedingsmiddelenindustrie) en worden daarom ook wel co-vergisters genoemd. Deze bijproducten moeten de geringe biogasopbrenst van mest, circa 40 kubieke meter per ton, compenseren. Zo levert maïs ruim 200 kuub op en glycerine zelfs 800 kuub. Maar zoals vaak bij veelgevraagde producten is sprake van een stevige prijsverhoging die een rendabele exploitatie onder druk zet. 
Opmerkelijk deze ontwikkeling. Tien jaar geleden leek mestvergisting nog de meest veelbelovende tweede tak te worden voor de Nederlandse veehouderij. Makkelijk geld verdienen met weinig arbeid. Boeren die voedsel en groene energie produceerden, werden gezien als de ware duurzame ondernemers.
Het pakte allemaal anders uit. Financieel maar ook maatschappelijk. Boeren die maïs in een vergister stoppen worden nu toch een beetje beschouwd als medeveroorzakers van hoge voedselprijzen.
De oorzaak van deze malaise vormen de verschillende subsidieregelingen in Nederland en het buitenland. Doordat Duitse boeren een hogere groene stroomprijs beuren, kunnen ze meer betalen voor bijproducten. Dat geldt ook voor Nederlandse boeren die toevallig ingeloot zijn bij een wat gunstiger regeling.
Ook de komst van nieuwe energiecentrales speelt deze jonge bedrijfstak parten. De stroomprijs is daardoor veel minder gestegen dan verwacht. Vooral de pioniers van het eerste uur, zoals Tamminga, zijn hiervan de dupe omdat ze een vast subsidietarief ontvangen.
Pleiten voor hogere subsidies is niet reëel. Dit kabinet wil zo goedkoop mogelijk zoveel mogelijk duurzame energie opwekken. Energieminister Maxime Verhagen schrijft een soort subsidietenders uit per opbod, net zo lang tot het beschikbare budget is opgesoupeerd. Groene energie met de laagste kostprijs komt als eerste aan bod. De praktijk wijst uit dat mestvergisting daar niet bij zit. Biogas winnen uit stortgas, rioolwaterslib of organisch afval is verreweg het goedkoopst.
Voorstanders van mestvergisting stellen dat deze energiebronnen bij lange na niet afdoende zijn om te voorzien in de toenemende vraag naar groene stroom en groen gas. Biogas uit mest en bijproduct is een goede tweede. Ook benadrukken ze dat de verdiensten goed zijn als er een bestemming gevonden wordt voor de warmte die vrijkomt bij de stroomopwekking. Door deze bijvoorbeeld in te zetten voor het verwarmen van een zwembad, zoals pluimveehouder Luuk de Boer gaat doen in Stiens. 
Ook als het biogas omgezet wordt in groengas, zou het energetische model met sprongen vooruit gaan. Als Europa er ook nog eens mee instemt dat het digistaat, de restsubstantie na vergisting, aangemerkt mag worden als een kunstmestvervanger, ziet het plaatje er ineens een stuk gunstiger uit. Boeren hoeven dan minder mest af te zetten, minder kunstmest te kopen en kunnen het resterende digistaat te gelde maken.  
Dat laatste lijkt de meest heilzame en duurzame weg. Mest en afval van het eigen bedrijf benutten voor biogas en kunstmestalternatieven. Met minder grote en dus minder dure installaties. Het gesleep met maïs, glycerine en andere biomassastromen naar boerenerven is een heilloze weg, waar alleen de handelaar in biomassa beter van wordt. Nederland telt nu honderd agrarische ondernemers met een co-vergister die allemaal azen op bijproducten. Het laat zich raden wat de prijs gaat doen als duizenden veehouders zo’n vergister aanschaffen.
Ook de zuivelsector zou een bijdrage kunnen leveren aan de mestvergister. De sector heeft de overheid beloofd om de CO2-uitstoot met minimaal 30 procent te reduceren. Door mest te vergisten valt de methaanuitstoot, een agressief broeikasgas, een stuk lager uit. Dat gegeven zou de zuivel in de markt te gelde moeten maken, bijvoorbeeld door het biogas te benutten voor het melk- en zuivelvervoer.